De bron: belastingkohier Haarlem 1887
Directe belastingen (dus niet de indirecte belastingen oftewel accijnsen) werden in de 19e eeuw geheven door de gemeente. Deze stelde daarvoor een zogenaamd kohier op, een boekwerk waarin voor elke belastingplichtige werd ingeschreven hoeveel belasting moest worden betaald en hoe men tot deze aanslag was gekomen.
Basis voor de aanslag vormde de "klasse" waarin de belastingplichtige werd geschaald. Deze schalen waren afhankelijk van een schatting van het bedrag dat de belastingplichtige per jaar had te besteden. Belastingplichtigen deden hiervan zelf aangifte. In sommige gevallen werd de klasse "ambtshalve" (dat wil zeggen door de ambtenaar) gedaan. Het bedrag werd de "vertering" genoemd. Belastingklasses varieerden van 1 tot en met 27. Er waren aparte belastingklasses A en B geintroduceerd voor inwonende personen, zonder gezin. Meestal betrof het volwassen kinderen met een eigen inkomen, al dan niet uit vermogen.

De omvang van het gezin zorgde voor een "aftrekpost". Afhankelijk van de hoeveelheid personen die de belastingplichtige had te onderhouden werd een bepaald bedrag op de vertering in mindering gebracht. In het kohier werd daarom ook de omvang van het gezin opgenomen.
Het uiteindelijke bedrag dat moest worden betaald, was een percentage van de vertering na aftrek voor de gezinsomvang.
De belastingontvanger ging oorspronkelijk langs de huizen om de vertering en daarmee de belastingklasse van een hoofdbewoner in te schatten. De volgorde waarin personen zijn opgenomen in het kohier werd daarom uit traditie bepaald door de volgorde waarin de belastingontvanger langs de deuren ging. De stad was ingedeeld in 6 "afdelingen" en binnen die afdelingen zijn inschrijvingen per adres opgenomen.
Het kohier werd tussen 1881-1885 in opdracht van het gemeentebestuur gedrukt en verspreid (Raadsvergadering 20 apr 1881, p. 231, Raadsvergadering 4 nov 1885, p. 85). Later werd hiervoor een subsidie verstrekt aan een drukker, die het werk voor eigen risico kon drukken (Raadsvergadering 27 jan 1886, p. 10-11). Inkomsten kwamen daarbij uit advertenties.
Blijkbaar had niemand er bezwaar tegen om met naam en toenaam opgenomen te worden in een gedrukte publicatie van het kohier. Er kon in worden opgezocht hoe rijk iemand werd ingeschat. Ook deed het voor een deel van de inwoners van Haarlem dienst als een goedkoop adresboek. Daarnaast zal de publicatie gewerkt hebben bij de sociale controle: door jouw aanslag met die van anderen te vergelijken kon je bezwaar maken als je de aanslag te hoog vond. Bovendien: wellicht had iemand zich minder rijk voorgedaan dan hij was (door bijvoorbeeld het zilver te verstoppen). Buren konden dat als geen ander controleren. De gemeenteraad zei hierover: "Het is toch niet te ontkennen, dat het algemeen verkrijgbaar stellen van het kohier bevorderlijk kan zijn aan een gelijkmatige toepassing der belastingverordening." (Raadsvergadering 27 jan 1886, p. 10)
Vanaf 1894 wordt de belasting niet langer geheven op "vertering" maar op "inkomen". De belastingplichtige moest daarvoor aangifte doen. De drukker verzocht de gemeenteraad ook nu het belastingkohier te mogen uitgeven. B&W adviseerde de gemeenteraad daarop het belastingkohier nu niet meer in druk te laten verschijnen, omdat "de verordening tot heffing eener plaatselijke directe belasting naar het inkomen volgens ons oordeel het beginsel van geheimhouding der aanslagen huldigt". Zij halen daarbij enkele artikelen uit de verordening aan waaruit de geheimhouding blijkt: de aanslag dient in een gesloten envelop te worden verstuurd. Blijkbaar meende de gemeenteraad dat geheimhouding van de aanslag gewenst was, anders zou deze maatregel overbodig zijn. Het verzoek van de drukker werd afgewezen. (Raadsvergadering 19 september 1894, p.407-409)
De scans op deze website zijn gemaakt door het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, die ook de beheerder is van het exemplaar dat is gescand.
tekst: CC-BY Ivo Zandhuis
Literatuur:
Verslagen van het verhandelde in de zittingen van den raad der gemeente Haarlem, te Haarlem bij Joh. Enschede en Zonen, 1881-1894, geraadpleegd in de studiezaal van het Noord-Hollands Archief.
P.M.M. Klep, A. Lansink en W. van Mulken, Broncommentaren I : de kohieren van de gemeentelijke hoofdelijke omslag 1851-1922, Arnhem/Nijmegen, 1982. (Hier beschikbaar). Deze tekst geeft meer verwijzingen naar relevante literatuur en doet ook ideeen aan de hand van mogelijke onderzoeksvragen die kunnen worden gesteld.
Colofon
Het Kohier is gescand en gedigitaliseerd door Ivo Zandhuis. Ivo Zandhuis is deskundige op het gebied van automatisering en cultureel erfgoed en werkt sinds 2000 als onafhankelijk adviseur voor erfgoedinstellingen.
De applicatie is gebouwd en vormgegeven door Menno den Engelse van Islands of Meaning. Islands of Meaning verzamelt en bewerkt data, en geeft data vorm in applicaties en visualisaties - vooral in historische, culturele en journalistieke projecten.
Tot medio 2012 was Menno partner bij Bitman, waar Daan Porru voor dit project de adressen uit de kohiers gegeorefereerd heeft.
Met dank aan het IISG voor het ter beschikking stellen van de scans voor publicatie